Wadden 2012
Printversie


(klik op de kaart voor vergroting)

Wat een ontspannen start van de vakantie: wachten tot het mooi weer wordt en dan lopend de 200 meter van huis naar de jachthaven afleggen en wegvaren. Geen lange treinreis, of dagen in een hete auto van file naar file, of uren rondhangen op luchthavens. Alleen even wat spullen en eten aan boord en klaar is kees.

Zaterdag 21 juli 2012 vertrekken we om 9:45 uur uit de haven van Terschelling. De wind is voor het eerst sinds lang noordelijk en dus zeer geschikt om droog te vallen onder de eilanden. Dat doen we dan ook op de Koffiebonenplaat aan de oostpunt van Terschelling. Dik 12 uur liggen we al weer ten anker en kort daarnaa op het droge. 's Middags even heerlijk wandelen door de corridor tussen de gesloten gebieden. Wat ziet de wereld er hier al weer veel anders uit dan een paar jaar geleden. Er is een aardig stuk eiland verdwenen. Wel zijn er veel zeehonden bijgekomen en zijn er onveranderlijk heel veel vogels. En tot onze verbazing ook nog een huifkar met bekenden. Dit is nog wel heel Terschelling allemaal.

's Avond halen we de boot wat dichter naar de geul zodat we morgen eerder weg kunnen. Ook bedenken we dat we de paspoorten zijn vergeten. Nou ja: aan boord hebben we die nog nooit nodig gehad. Vandaag 13 Mijl gevaren.

Zondag 22 juli, 24 mijl.
Om 10 uur hebben we weer genoeg water. De wind is zuidwest en dat is best handig als je naar het noordoosten wilt. Het is nog steeds fris, maar heerlijk zonnig weer. Een heerlijke zeiltocht door de Blauwe Balg (honderden zeehonden) en onder Ameland langs. Het is springtij en we bekommeren ons niet om betonning en geulen. Dan over het Wierumerwad naar de Engelsmanplaat, waar we om 14:40 uur ankeren. De eb zit er al flink in, maar we vallen nog mooi hoog droog. Er liggen nog maar 2 andere boten en later komen er nog 2 bij. Voordat we aan onze wandeling toe zijn komt er al een vogelwachter ons begroeten en vertellen waar we wel en niet mogen komen. Het is overigens een Engelsman die een paar dagen over is bij vogelvrienden. Een leuke gast. Dit is zijn eerste ronde, maar hij doet het op een sympathieke manier en zijn Nederlands is best goed.

Uiteraard maken we even een rondje over de plaat, langs het vogelwachtershuis en het baken. Daarna kokkels zoeken als eten voor morgen. Op het eind van de middag ankert nog een schip van Waddenbeheer tegen de Engelsmanplaat aan. Daar komen ook nog 3 mannen vanaf die de drooggevallen schepen met een bezoek vereren. Onze man geeft uitleg over het werk van waddenbeheer. Best aardig om eens te horen. Maar het hoeft niet drukker te worden met voorlichters, wat ons betreft.

Zoals "onze man"  al aankondigde verkast Waddenbeheer 's avonds naar de westkant van het Smeriggat, want het was zondagavond en 's nachts kwamen de vissersschepen uit Lauwersoog naar buiten. "Mietjes", dachten we op dat moment. Na middernacht denken we dat niet meer. Het is hoogwater en er komt geen eind aan de stoet vissers. We slingeren alsof het windkracht 11 is. Een leermomentje...

Maandag 23 juli, 30 mijl.
Om 10 uur drijft de boot al weer, want 's nachts hadden we een eindje verhaald naar dieper water. Er staat een prachtige wind uit het zuidwesten en we kunnen lekker opschieten vandaag. Dankzij springtij en een iets opgehaald kiel snijden we alle bochten af en halen zo menig schip in. Onder hen de "Nei Schylge" van mede-Terschellingers. In de loop van de middag zwakt de wind af. Op de Eems hijsen we de spinaker om de gang er in te houden.  Desondanks staat er al een forse ebstroom onder Borkum. Zo dicht mogelijk tegen de zuidrand van de Fischerbalje kunnen we er nog net genoeg snelheid in houden. Het is inmiddels behoorlijk warm geworden en al zeilende springen we ter verkoeling even overboord. Onder Borkum gaan we om 16:20 uur ten anker want het is wel weer genoeg geweest voor vandaag. Een half uur later komt de "Nei Schylge" voorbij varen. Zij pakken het wantij onder Borkum er nog even bij. We zullen ze daarna niet meer tegenkomen.

Het wordt een prachtige zomeravond en we wandelen nog "even" naar de kant. In principe kan dat zonder natuurgebied te betreden. Het wordt echter wel heel erg blubberig, doorspekt met Japanse oesters. We maken daarom toch maar een kleine short cut door het verboden gebied. Sorry.

Dinsdag 24 juli, 11 mijl.
Zodra er weer genoeg water is gaan we weer ankerop (12 uur). Helaas is er maar heel weinig wind en die draait ook nog eens naar het oosten. Omdat we niet nog een nacht in de, bij dit stille weer lawaaiige, baai onder Borkum willen liggen zetten we, met het schaamrood op de kaken, een uur lang de motor zachtjes bij totdat we over het wantij zijn. Daarna dobberen we vanzelf wel weer de goede kant op. Later komt er gelukkig ook weer wat wind en kunnen we mooi op tijd, om 16:00 uur, onder Juist ten anker. Het is bloedheet. Onderweg hebben we ook al een keer gezwommen, maar er is nog net genoeg water om even te snorkelen. Dat spul hebben we ook niet voor niets meegenomen. 's Avonds maken we nog een fantastische wandeling over het west-deel van Juist, langs de Hammersee, een groot duinmeer, dan even een kijkje over de strandovergang en tenslotte over de kwelder terug naar de boot. Dit is een zomeravond waar je op een sombere winterdag van droomt.

Woensdag 25 juli, 18 mijl.
's Morgens lopen we naar het dorp voor wat boodschappen. Ook proberen we een watersportzaak te vinden voor wat boutjespul om de afgebroken bevestiging van het achterstag te repareren. Die winkel vinden we niet. Het lukt echter om een paar mooie puttings te maken van een stel reserve wantspanners. De zon schijnt volop en we raken al aardig aangebrand. Om 14:45 uur hebben we weer genoeg water om weg te komen. De wind is noordoost en neemt toe tot zo'n kracht 5. We vliegen over het wantij onder Juist en zijn voor hoogwater door het zeegat van Norderney. Dat eiland laten we eerst maar even voor wat het is. Ruim op tijd halen we het wantij onder Norderney. Onderweg koken we een potje eten en dan ben je zo op Baltrum. Daar ankeren we om 18:15 uur net voorbij jachthaven. En weer zo'n heerlijk zomeravond.

Donderdag 26 juli, 16 mijl.
In de nacht was het bewolkt, maar nu is het toch weer stralend weer. We liggen nog hoog en droog en hebben alle tijd voor een lange wandeling over Baltrum. Bijna het hele eiland om, inclusief strand. Het is een mooi eilandje, maar we worden er altijd wat slaperig van. We zijn dan ook blij als er om 15:30 uur weer genoeg water is. Langeoog laten we eerst ook maar even liggen voor de terugweg. Daarna komt Spiekeroog, waar we een speciale voorliefde voor hebben. Vooral om de slenk die naar de haven loopt en waar allerlei andere slenkjes op uitkomen. Vooral bij laagwater een heerlijke prutboel. Het water is al flink aan het zakken, maar we kunnen nog kruisend tegen stroom en wind bij de jachthaven komen. Het is wel erg druk en we vinden dan ook geen plekje meer. We parkeren de boot dus maar in de prut en gooien het anker uit om 18:45 uur. De enige reden om in de haven te liggen is dat we even water willen tanken. Hiervoor moeten we nu even met een jerrycan een aantal keren door de prut baggeren, maar het lukt.

Vrijdag 27 juli, 33 mijl.
Gisteren is het plan gerijpt om toch maar weer eens op de Nordfriesische Inseln te kijken. De eenvoudigste manier om daar te komen is via Helgoland. De windvoorspelling voor vandaag is kracht 3-4 uit oost tot noordoost en voor morgen noordwest. Redelijk ideale omstandigheden om deze twee etappes af te leggen. We vertrekken vroeg (om 6:50 uur, stilletjes op het zeil om niemand wakker te maken), zodat we met afgaand water de Otzumer Balje uit kunnen varen. Wederom heerlijk zeilweer en de zee is rustig zodat voorzichtig kunnen "inslingeren". We maken 1 keer een slag naar het zuidoosten om zo handig mogelijk om het verkeersscheidingsstelsel heen te varen. Om 10:10 uur passeren we de Weser 2. Vandaar kunnen we een noordelijker koers sturen. In een poging een makreel te verschalken verspeel ik ons enige blinkertje. Vissen is niet mijn sterkste punt. Kokkels en mossels zijn eenvoudiger te vangen.

Op 10 mijl afstand doemt dan het vertrouwde silhouet van Helgoland op en we leggen om 14:30 uur aan tegen een tweetal andere bootjes. Het is hier wel eens drukker geweest. We hebben het inmiddels warm gekregen en springen eerst maar in de haven voor een bad. Daarna naar de havenmeester en de noodzakelijke (eten, kaart van de Noord Friese eilanden, nieuw blinkertje) en niet noodzakelijke (veelal met een hoog alcoholpercentage) inkopen gedaan.

De gebruikelijke rondgang langs de vogelkolonies kan natuurlijk niet ontbreken. We hebben een vogelkijker aan boord en die gaat dus mee. De Jan-van-Genten hebben tegenwoordig veruit de overhand. Daarnaast eigenlijk alleen 3-teen meeuwen gezien. Bij de Jan-van-Genten zagen we nog wat gruwelijke tafereeltjes. De nesten worden gemaakt zijn van wat er voorhanden is: vroeger wat dat zeewier, tegenwoordig is dat afval en vooral touwwerk. Een jonge Jan-van-Gent had een stuk touw om de nek en kreeg dit niet meer af. Hij werd nog gevoerd, maar was ten dode opgeschreven. Een paar meter verderop hing inderdaad een uitgedroogd exemplaar dat zich op dezelfde manier had opgehangen.

Afijn: we besluiten de goede afloop van deze dag te vieren met uiteten gaan. We lopen tegen een heel grappig cafe-restaurant aan: de Moccabar. Niet zo'n toeristentent waar we een vorige keer zijn beland.  De bediening gaat niet vlug, de serveersters Jenny en Anje hebben tijd voor een praatje met iedereen, maar er ontgaat ze niets. Ondertussen is er een enorme onweersbui losgebarsten. We blijven dus een mooi tijdje hangen en het wordt almaar gezelliger. Omdat we morgen nog een lange reis moeten maken, verlaten we uiteindelijk toch maar het bovendorp en dalen via de trappen af naar het benedendorp. Wankel, doch heelhuids belanden we aan boord.

Zaterdag 28 juli, 38 mijl.
Toch betalen we de prijs voor drankmisbruik: ik heb de kajuitingang nog open staan en de buiskap naar beneden. In de nanacht en ochtend regent het flink en bij het ontwaken is er van alles natgeregend. Goedemorgen.

In de loop van de ochtend wordt het weer droog. Zoals beloofd staat een mooie Noordwestenwind kracht 4-5 en we vertrekken om 12:00 uur, zoals gebruikelijk, zeilend uit de haven. In een rechte streep gaat het halve wind richting Rütergat. Er staat wel wat zee, maar we rollen er redelijk comfortabel overheen. Wel dreigt het roer wat uit elkaar te vallen. Ik wikkel er een eind touw om en dan kan het voorlopig wel weer even. In het Rütergat verspeel ik blinkertje nummer twee. De vis wordt duur betaald, al is ie nog niet eens gevangen. We varen met de stroom mee om de zuidpunt van Amrum heen en maken vast om 18:50 uur aan een vervallen steigertje een eindje voorbij de jachthaven. Die wisten we nog van de vorige keer. Het verschil met toen is dat de verbinding met de wal nu ook nog is ingestort. Nou ja, dan maar niet aan wal. Het is weer een prachtige zomeravond en dito zonsondergang.

Zondag 29 juli, 15 mijl.
Vannacht is de wind gedraaid en liggen we aan lagerwal. Uit luiigheid varen we even op de motor naar de vaargeul kruisen dan tegen de wind en later ook tegen de stroom in naar Wyk op het eiland Föhr. Het is eerst nog bewolkt, maar gaandeweg komt de zon er bij. Op zeil varen we de haven binnen. We treffen het weer: er is een braderie in volle gang, met live muziek. We parkeren de boot zachtjes tegen een andere zeilboot en gaan dan aan wal voor groente en fruit, wat snuisterijen en een paar heerlijke broodjes vis. We maken ook nog een praatje met de schipper van de Ebenhaezer, een tjalk uit Zeewolde die hier met gasten rondvaart. De naam van zijn bedrijf scheelt maar 1 letter met de naam van onze boot: www.sylfe.nl. De lucht is dreigend, maar toch huren we een paar fietsen en toeren over het eiland. Er zijn heel veel kleine weggetjes en ondanks de aangeschafte kaart verdwalen we de hele tijd. In plaats van Oldsum komen we in Nieblum aan waar we even in een kerk kijken. We zijn net te vroeg. Ze zijn bezig met het opbouwen van een jambe workshop of zoiets. Verder staat er een grappig beeld van Johannes de doper die met zijn voet op Herodes staat. Herodes lijkt echter meer op een zeerover dan op een romein.

Net voor de eerste bui bereiken we Utersum waar koffie en gebak wacht. Als het even droog is stappen we weer op voor de terugweg. Onderweg treffen we echt serieuze buien. Voor de eerste schuilen we in een voorlichtinghokje bij een bio-gas vergistings installatie. De tweede bij onder een piepklein informatiehokje, de volgende buien krijgen we recht op de kop. Drijfnat leveren we de fietsen weer in en trekken aan boord droge kleren aan. ’s Avonds breekt de zon weer door en met een heel klein zuchtje wind zeilen we met een slakkengangetje de haven weer uit. We gaan een eindje noordelijker ten anker achter de zeedijk. Temidden van het geluid van duizenden vogels en een schitterende zonsondergang.

Maandag 30 juli, 12 mijl.
In de vroege ochtend trekt weer een knetterend onweer over vanuit het westen. Daarna gaat de wind een slag in de rondte om te belanden in het Zuid-Zuidwesten, kracht 5-6. Om 10:30 uur gaan we ankerop en kruisen tegen wind en stroom in naar Langeness. We zijn weer bijna alleen op het water.  We waren van plan om de westpunt van het eiland te ronden, maar er komt weer een enorme bui aan en we schieten een werkhaventje binnen waar toevallig ook nog een soort van steigertje is gemaakt. We halen de zeilen neer en duiken de kajuit in op het moment dat het losbarst. Een achterop komend zeilschip gaat wel door, met het gangboord door het water. Het is inmiddels 12:45 uur.

Ook na deze bui volgt weer zonneschijn en we kunnen zowaar via een plank op de wal komen. Tijd voor een frisse wandeling om de westpunt heen. Aan de zuidwest punt is een aanlegsteiger voor een veerbootje wat vaart op Hooge. Op de Rixwarft, die hierbij ligt, is een klein, leuk informatiecentrum. En een kiosk waar we een kop koffie drinken. Verder is het eiland heel erg “Hallig”: kwelders en boerenland met een lage dijk eromheen en de gebouwen op terpen. Er loopt een weg naar de vaste wal en we zien inderdaad een paar auto’s. Maar verder is het hier echt het einde van de wereld. ’s Middags liggen we droog, tussen o.a. groenpootruiters en alpenstrandlopers, en ik zoek tot afgrijzen van Rinske een maaltje alikruiken bij elkaar. Weer eens wat anders dan kokkels en mossels.

Dinsdag 31 juli, 5 mijl.
Om 10:45 uur verlaten we, uiteraard op het zeil, de werkhaven van Langeness, uitgezwaaid door werklieden. We willen vandaag naar Hooge en dat is nagenoeg bezeild. We zeilen door het openstaande sluisje en maken vervolgens dezelfde fout als 6 jaar geleden door de bocht naar de steiger te krap te nemen. We raken aan de grond en laten het zeil maar zakken. Dan maar op de motor naar de steiger. Het is druk op de kant: Hooge is het toneel van de jaarlijkse ontmoeting van de internationale zeekano vereniging. Tientallen kano’s banjeren door de haven en de prut en er staat een feesttent. Rinske heeft meteen sjans en we worden uitgenodigd voor de avondfestiviteiten. Uiteindelijk komt hier niet zoveel van omdat een groep later komt dan verwacht. We kijken nog wel even naar wat dia’s van de dag, maar helaas geen groot feest met muziek.

Uiteraard maken we wel een wandeling naar de Kirchwarft (vlak bij de haven), de Hanswarft waar we boodschappen halen en de Backenswarft waar we een bakkie doen.

Woensdag 1 augustus, 39 mijl.
Eigenlijk staat de Hallig Gröde Appelland voor vandaag op het programma. Het weerbericht is echter gunstig om weer via Helgoland terug te varen. Op de langere termijn ziet het er minder goed uit. Om 11:30 uur maken we dus los en zeilen (natuurlijk) de haven uit. Met aanvankelijk nog een beetje vloed tegen, komt de eb er in er kunnen we met een zuid-zuidoostelijke wind, kracht 4, weer prachtig Helgoland bezeilen. We worden al aardig routineus in het zeezeilen en maken om 19:20 uur vast aan een stapeltje van 4 andere schepen. Traditiegetrouw duiken we weer even in de haven en gaan vervolgens weer schoon, fris en wel op naar de Mokkabar. We hebben namelijk het volksdrankje van Helgoland, de Eiergrog, nog niet aangedurfd. Vanavond zal dat gebeuren. Het  wordt als volgt gemaakt: doe in een groot bol glas 2 eierdooiers, een eetlepel witte suiker, klop dit met een mixer tot een schuimende massa, giet er wat heet water bij, vervolgens toevoegen rum en arak (een of andere schnaps) en dan aanvullen met heet water totdat het schuim zo’n 4 cm boven het glas uitkomt. Een rietje erin en klaar is het. Ik krijg mijn glas leeg, Rinske redt het niet. Voor de dapperen onder u: de vijfde grog (per persoon) is gratis.

Donderdag 2 augustus, 30 mijl.
We kunnen het niet laten: weer trekken we naar 1 van de vele winkels voor Schifsausrüstung. Voor het inmaken van cranberries op rum. Ook weer een nieuw blinkertje en meteen maar een nieuwe winterjas gekocht. Zo wordt het toch nog een dure dag. Zwaarbeladen komen we weer aan boord.

Om 12:00 uur verlaten we de haven. De wind begint voorzichtig uit het zuiden, maar draait langzaam naar het westen. We kunnen daardoor zonder kruisen de oostkant van Wangeroog aanlopen, met als uitwijkmogelijkheid de Jade, voor als er teveel zee in de ondiepe Blaue Balje staat. Dat blijkt echter helemaal niet het geval te zijn. Ook gaan de dreigende buien bij ons langs, zodat we om 19:00 uur rustig kunnen ankeren  achter een hoge strandwal. We kunnen zo het strand opstappen en bevinden ons in een soort van Stone-Henge: resten van hele lange aanlegsteigers die van 1905-1958 de hoofd-aanlegplaats vormden van Wangeroog. Nu het domein van dwergsterntjes en ander vogelspul.

’s Avonds gaan we voor de veiligheid wat verder van het strand af, maar ik ben wat te zuinig met ankerlijn. Met hoogwater drijven we een paar honderd meter richting zee. Op de motor tuffen we maar even naar ons oorspronkelijke plekje en zetten er nog 10 meter lijn bij.

Vrijdag 3 augustus, 8 mijl.
Rinske is jarig. Gister heeft ze al een cadeautje gehad: 2 reuzenpakken After Eight. Vandaag heb ik alleen mooi weer en slechts een korte reis te bieden. Om 12:45 uur gaan we ankerop richting Harlesiel. Er loopt een lange stenen dam langs de westzijde van de geul. Aan het begin staat een dubbele rij palen. De eerste gedachte was dat de vaargeul hiertussen loopt. Ik had beter moeten weten: terwijl ik Rinske uitleg dat ze hier toptekens op de eerste palen vermoedelijk hebben omgedraaid begin ik aan mezelf te twijfelen. Temeer als ze op een andere zeilboot beginnen te zwaaien kom ik tot de conclusie dat de dam juist tussen de palenrijen ligt. Het is gelukkig mooi hoogwater en we tikken de dam maar net aan met de kiel. Toch weer een leermomentje.

Bij Harlesiel blijkt alleen een jachthaven achter de sluis te zitten. De sluis staat nog open en we kunnen er nog net zo’n beetje overdwars bij. Het gaat allemaal gelukkig goed, want de hele sluis staat vol met toeschouwers. Er is een grote camping en camperplaats in Harlesiel. Op aanwijzen van de sluiswachter parkeren we de boot in de jachthaven om 14:30 uur en rekenen af bij de havenmeester aan de andere kant van het water. Om mijn vraag wat je beslist gezien moet hebben van Harlesiel moet hij erg lachen. Wel kunnen we een kilometer verderop naar Carolinensiel. Daar is een soort braderie/kermis. Onderweg komen we een visrestaurant tegen zoals we nog nooit hebben gezien. Het grote glas witbier en de heerlijkste broodjes vis zijn een verjaardagsfeest waardig. De kermis van Carolinensiel lopen we nog even over, afgesloten met een pizzarestaurant.

Thuisgekomen is in het deel van de jachthaven aan de andere kant van het water nog een accordeon aan het spelen. We gaan er niet meer heen maar ik speel nog wel even harmonica voor onze kant.

Zaterdag 4 augustus,  14 mijl.
Verse broodjes is het enige voordeel van een jachthaven. Dik elf uur gaan we weer richting sluis. Volgens een andere zeilboot draait deze echter pas na 1 uur weer. Pech. Terwijl we weer vastmaken gaat de sluis toch open voor een sportviskotter. We kunnen er net naast. Dus toch geen pech. We hebben nog geen sluisgeld betaald, geeft de sluiswachter ons te kennen. Normaal wordt dat met het havengeld geïnd, maar dat is nu misgegaan. Bovenop het havengeld van 9 euro komt nog 2 maal sluisgeld van 7 euro. Volgende keer toch maar weer een buitendijkse haven opzoeken. Na het betalen van het sluisgeld wil de motor niet meer aan. Dan meteen het zeil maar omhoog. 2 dagen later, als we de motor weer eens proberen, blijkt dat het vliegwiel of de startkrans net op een ongelukkige positie zijn blijven hangen. Een beetje draaien en hij springt weer los. Hoe dan ook: 12:00 uur zeilen we weer. Er is maar weinig wind uit het zuiden. Om het beruchte dammetje heen gaat de wind ook naar het westen. We moeten dus wat kruisen. De wind draait nog iets verder zodat we het bijna kunnen bezeilen maar wordt ook zwakker. Zo komen we vrij dicht bij de kust de dam van Neuharlingersiel tegen. Het is echter nog mooi hoog water en we proberen er overheen te komen met ingetrokken kiel en een slakkengangetje. Het lukt en dat scheelt een aardig stuk omvaren. Intussen bouwt zich een prachtige onweerslucht op. Dat breekt rond vier uur los. Er zit veel wind in en ik haal het grootzeil naar beneden. Op de fok gaat nog woest genoeg. Het is echter maar van korte duur: als het onweer voorbij is wordt het helemaal windstil. Op de stroom drijven we langzaam de goede kant op in het Neuharlinger Wattfahrwasser. Net als ik begin te wanhopen dat we nog kunnen droogvallen onder Langeoog, komt er weer een heel klein zuchtje wind. En wat nog mooier is: hij draait van noordwest langzaam naar noordoost zodat we de hele, naar het noorden buigende, route naar Langeoog wonderbaarlijk kunnen bezeilen. Het lukt zelfs nog om 17:45 uur redelijk hoog aan de grond te kunnen lopen. Weldra liggen we dan ook weer droog aan de oostkant van de haven. Samen met een tjalk en een zeeschouw.

Als we eten maken komt er nog een dikke bui over. Allerlei jeugd van de tjalk sjouwt nog op het wad rond, maar ze lopen er geen stap harder. Niet van suiker dus. Later komen een paar een praatje maken. Het is jeugd van een circus-school  die een rondreis hebben gemaakt met allerlei optredens. Morgen gaan ze weer naar huis. Het wordt weer een prachtige avond en we gaan nog even wandelen op Langeoog. Bij de jachthaven is het een gezellige drukte en er is ook niet veel plek meer. Later op de avond komt er vrij veel wind uit het oosten en zodra er genoeg water is boom ik wat hogerop naar een stuk wad wat is beschut met palen. Aan de zuidkant zit een opening waar we doorheen varen en dan is het een stuk rustiger.

Zondag 5 augustus, 14 mijl.
Het is een zomerse dag en we hebben nog even tijd om een wandeling te maken over de dijk. Als we terugkomen is het water al boven kniehoogte gestegen en  we kunnen dan ook bijna weg. Ik laat de helft van de ankerbol in het water vallen en zie hem zinken. Ik stap overboord en probeer hem een kwartier lang terug te vinden: onvindbaar. Weer een leermomentje.

Om 12:30 uur gaan we dan ankerop en sukkelen tegenstrooms met een oostenwindje, kracht 1-2 op de spinaker voor de haveningang langs. Dan is het weer tijd om lekker te zwemmen. Als zwemmend maak ik een foto van de boot. Eenmaal door het zeegat de Accumer Ee, gaat het weer sneller met de stroom mee, terwijl de wind ook aantrekt. Een prachtige zeiltocht onder Baltrum en Norderney langs brengt ons bij de ankerplek vlak voor de camping. Daar aangekomen lijkt het toch niet echt lekker liggen met de voorspelde buien en draaiende winden. We vertrekken daarom meteen maar weer en meren af in de haven van Norderney. We doen een bakje koffie met Kuchen in het havenrestaurant; weer eens wat anders. Tijdens het eten koken trekt er weer een stevige bui over, maar ’s avonds is het weer droog. Een mooie gelegenheid om  “de stad” even te bekijken. Het doet echt stads aan met al die sjieke kuurhotels, parken en mondaine winkelstraten. We lopen nog even het “Conversationshaus” in, met allemaal zitjes, een informatiebalie, internet-cafe, barretje, sjiek restaurant en een concertzaal. Tot onze verbazing speelt er een orkest van strijkers en blazers en kunnen we zo de zaal inlopen. Na een kwartiertje is het afgelopen. Erg leuk allemaal.

Maandag 6 augustus, 28 mijl.
Nog 1 keer boodschappen doen en dan vertrekken we om 10:30 uur uit de haven. Het eerste stuk is tegen de stroom en de zuidwestenwind in, maar eenmaal door het zeegat gaat het weer vlotter met de stroom mee. Na het wantij onder Juist komt de klad er weer in. Het is recht in de wind op, die toeneemt tot kracht 6, en er staat een korte rot-zee. Onder Borkum hebben we het wel gehad en we gaan voor anker. Alweer onder het eten trekt een dikke bui over. Daarna breekt de zon echter weer door met een prachtige dubbele regenboog tot gevolg.

Dinsdag 7 augustus, 41 mijl.
Tijdens hoogwater vannacht heb ik de boot verhaald naar het midden van een geultje, zodat we tegen tienen, rond laagwater kunnen vertrekken. Er blijkt nog wel een drempeltje in de zitten dat ons nog een half uur ophoudt. Jammer, want nu hebben we meer tegenstroom en komen maar langzaam door de Fischerbalje. De wind neemt toe tot kracht 6 uit westzuidwest. p de Eems staat ook al een dikke vloedstroom en we moeten een tergend langzame slag omhoog maken om een bevaarbare doorgang in de ondiepe Mowen Steert te halen. Daarna zijn we natuurlijk zomaar op het Uithuizerwad. Na Noordpolderzijl is het tij eerst weer tegen en met een vervelend zeetje schiet het niet echt op. In de Zuid Oost Lauwers valt de motorsteun omlaag en blijkt de ophanging van de motor goeddeels afgebroken. Met veel moeite krijgen we hem weer omhoog en met een lijntje knoop ik de boel zo goed en zo kwaad het kan weer aan elkaar. Al met al dreigen we het wantij van het Hornhuizerwad te missen. Daarom zetten we toch maar de geteisterde motor bij. Hij blijkt het nog te doen ondanks half afgebroken kabels voor de afstandsbediening en de krakkemikkige reparatie. Meteen achter het wantij geven we hem weer rust en zeilen met een hoge, maar nette zeegang de haven van Lauwersoog in. Schiermonnikoog was eigenlijk de planning, maar dat halen we niet meer. Door het gebruik van de motor zijn de reparatietouwtjes nagenoeg doorgesneden. Ik knoop de boel opnieuw en definitief vast. We moeten het verder maar zonder motor redden.

Woensdag 8 augustus, 33 mijl.
’s Morgens om 7:15 uur zeil ik de haven van Lauwersoog uit. Het is prachtig zeilweer, met zon, tij mee en een zuidwestenwindje kracht 4. Tegen laagwater zijn we op de Engelsmanplaat waar Rinske ook wakker wordt en we wachten op voldoende water voor de wantijen onder Ameland. Heerlijk om op zo’n mooie morgen op de plaat rond te scharrelen. Natuurlijk weer een maaltje kokkels gezocht. Om 10:45 uur gaan we weer ankerop. Uiteindelijk wat te vroeg, want we blijven eerst nog hangen op het Wierumerwad. We varen Ameland voorbij en zijn net 2 uur na hoogwater in de Blauwe Balg. Daarna kunnen we nog net de Koffiebonenplaat halen. Er staat aardig zee en we nemen de afslag wat te vroeg. We raken de grond en het roer vliegt uit de pennen. Na een slag in de rondte spoelen we aan de goede kant door de zeetjes naar dieper water en kan ik het roer weer inhaken. Achteraf niet zo’n geslaagde actie om hier nog langs te varen, maar zonder geluk vaart niemand wel. Om 18:00 uur vallen we droog tegen de koffiebonenplaat, op een prachtig landschap van klapzand. ’s Nachts hebben we nogal wat deining  van zee. We zoeken het wat hogerop maar dat helpt niet echt. Dan maar even doorslingeren tot we weer droog liggen.

Donderdag 9 augustus, 13 mijl.
Om 14:00 uur gaan we ankerop voor de laatste etappe. Het is nog een mooie zeiltocht met een heel vlagerige en schiftende wind. Om 16:30 uur zeilen we weer op ons plekje en worden verwelkomd door toevallig langkomende vrienden. Een leuke afsluiting.

Nog wat statistieken:

  • 530 mijl gevaren waarvan ca. 10 op de motor
  • 19 nachten weggeweest waarvan  6 nachten in een haven
  • Rinske heeft 2 keer gedoucht, ik zou op Lauwersoog, maar dat liep mis
  • Stukgegaan: achterstagputting, roerbeslag, motorsteun,wijnglas, septer
  • lampglas en een koffiekop

De zee die geeft en neemt:

  • 4 porties kokkels, 2 porties mossels, 1 maaltje alikruiken
  • uit het water gevist: mooie stootwil, een voetbal, een volleybal en een strandbal
  • in het water laten vallen: halve ankerbal, 2 blinkertjes

Tenslotte: het bootje zich kranig gehouden. In diep of ondiep water, met veel wind of weinig wind: we kunnen ons meten met menig veel groter jacht. Lang leve de New Classic.